zaterdag 10 april 2010

Kletskoek en landmijnen

“Wist je dat bloemen verhalen vertellen?”

Gitzwarte herteogen werden zo mogelijk nog wijdser en haar kindermond-vol-tanden viel open. Hadden we in een cartoon gezeten, zou haar tong er ongetwijfeld nog zijn uitgerold, als een rode loper tot aan mijn voeten.

“Nee...”, stamelde ze ongelovig, pulkend aan het MegaMindy rekkertje in haar Palmboom.

“Echt waar!” bevestigde ik enthousiast maar tegelijk beseffend welk onheil ik mezelf op de nek haalde. Precies zoals dat verraderlijk klikje dat je bijna spottend komt vertellen dat je net op een landmijn bent gestapt.

“Hoe dan?”, vroeg ze onvermijdelijk

BAM

Helse seconden waarin het lijkt of je hart enkel maar bloed stuurt naar je hersenen om elke kleinste, op-sterven-na-dood gewaande lob waar toch nog een zuchtje fantasie is overgebleven heel even tot leven te brengen. Tik Tak Tik Tak... Tot je beseft dat fantasie – als het niet al heel lang geleden zijn biezen heeft gepakt uit het dor gerationaliseerde wezen dat je bent geworden – eerder in je hart dan in je hoofd vertoefd. Als een kolkende bergrivier wordt al het bloed naar je hart teruggesluisd. Tik Tak Tik Tak... De verwonderde kinderblik voor je, waarvoor je in de eerste plaats die kletskoek verkocht, vormt zich stilaan om tot een vraagteken-dwingend-naar-antwoord. Tik Tak Tik Tak... Je had het kunnen weten, dat de nieuwsgierigheid van een kind hongeriger is dan die van een weight ge-watchte olifant. Tik Tak Tik T...


“Het is heel simpel hoor”,

kwam er plots uit mijn mouw geschud

“Zal ik het je even voortonen?”


Ze knikte zo heftig dat 't even leek of haar wijd opengesperde ogen zo uit hun kassen zouden rollen. Met de zelfzekere stappen van een Chinese soldaat in parade stevende ik op een grote struik blauwe kegelvormige bloemen af, koos er eentje uit en stopte die zonder aarzelen in mijn oor. Wat stiekem gegniffel en hevig geknik later keerde ik triomferend naar mijn kleine belaagster terug.


“En? Wat heeft-ie gezegd?”

Even leek ik weer die onheilspellende klik te horen...

“ Ooooh.... Dat.. Dàt zou je graag weten he...?”

Tik Tak Tik Tak ...

Zwijgend staarde ze me aan.


Natuurlijk zou ze dat graag weten, en jij waarschijnlijk ook.

Haar wiebelende palmboompje ging van schattig naar mateloos irritant.


“Maar...

dat is een geheim natuurlijk.”

Zonder meer brilliant.

“Wil je 't zelf niet eens proberen?”

Dit wordt steeds beter...

Opnieuw dat woordeloze, overweldigde geknik. Lichaamstaal had het op dit punt overgenomen. Nog voor ik van mijn eigen stiekeme gesol was bekomen, was ze al weggestoven. Ze zat zo goed als in de struik gehurkt, en had die kegelvormige bloem zo diep in haar oren geboord dat-ie er bijna aan de andere kant terug uit stak. Vol spanning tuurden haar grote ogen in het rond. De volle vijf minuten zat ze daar, alvorens ze het ontgoocheld terug afdroop.


“En?” vroeg ik enthousiast?

- Wat ben ik vals -

“Ze zegt niets”, mompelde ze doorheen haar pruillip.

Ik kreeg er maar niet genoeg van.

“Je moet wel heeel lief zijn, en er heeel voorzichtig tegen praten.”

Vol versgebakken moed zocht ze een andere struik op.


Voor de rest van de middag zag ik haar niet meer, of het was sporadisch en altijd in één of andere struik. Die aaiend en ertegen pratend, en hem af en toe in haar oor proppend. En ik gniffelde, vertederd door zulk een prachtige naïviteit, waarschijnlijk. Maar eigenlijk vooral triomferend om mijn recent afgeweken averij en om het besef dat het kind in mij helemaal niet zo diep verscholen zat als ik soms durfde beweren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten