zaterdag 16 oktober 2010

Ingelijst

Beste Mr. Jacobs,

Is het u ook al opgevallen, hoe het vaak een kader vergt eer we dingen

echt zien?

Wat is kunst anders dan een grote verzameling ingekaderde schoonheid, geframde wijsheid die in de wereld voor het rapen ligt?

Maar die we – bij gebrek aan kader – niet zagen.


Alsof een kader onze blik vastgrijpt, vestigt.

Onze ogen laat zien,

in plaats van kijken

naar een wereld die aan spoetniksnelheid voorbijflitst.

Godzijdank voor kaders, nu en dan.


En dus vraag ik het u mr. Jacobs, want het is toch een beetje uw sector,

waarom kwam, in deze wereld waar beperkingen zo oplosbaar zijn als dafalgan,

niemand ooit op het idee kaders te ontwerpen voor mensen?


Ik zie het al helemaal voor me, en u ongetwijfeld ook.

Zo'n strak design exemplaartje, dat je kunt aan- en afzetten,

al naar gelang je gemoed.

Het nieuwe must-have accessoire voor de bewuste consument, zeg maar.

Want zeg nu zelf, die bontbotten en etnische stofjes

zijn intussen toch nogal twothousandandnine geworden.


Het zou op slag ook een heleboel pijn de wereld uithelpen.

Want wie kreeg nog nooit het aloude 'je-ziet-me-gewoon-niet-staan'-verwijt naar zijn kop geslingerd.

Stiekem als een tijger komt het aangeslopen om je dan naar de keel te springen.

Geheel onverwacht, maar met de trefzekerheid van een kamikaze, komen ze aan,

die verwijten.

Want nee, je zag ze niet staan besef je nu.

Had toch je kader opgezet, denk je dan.

Want woorden dekken om een of andere reden de lading niet, op zo'n moment.

U weet wel, woorden en hun akelige noodzaak om alles tot feitelijkheid te reduceren.


Dus in plaats van die catwalk vol te stouwen met draken van schoenen,

waarop Mieke Modaal niet eens kan rechtstaan,

en waarnaast Jan Met De Pet meer een hobbit dan een man lijkt,

moest u misschien maar eens uw tanden in kaders zetten, beste mr. Jacobs.

Al was het maar om eindelijk eens een glimlachend model

in plaats van een uitgezogen zuurpruim

de wandeling van haar leven te zien maken.


Graag gedaan,


MaryLou Johnson.



dinsdag 24 augustus 2010

Kleine Pietjes

Zal ik jullie eens vertellen hoe op een heel simpele manier het leven voor ons, vrouwen, veel lichter was geweest? Als God bij de schepping voor standaardpiemels was gegaan. Unisize, zoals ze dat in 't Engels zo mooi zeggen.

Dan waren we alvast gespaard gebleven van kleingepiemelde dwergen, zoals deze die vanmiddag voor me reed. In een vlaag van iets wat heel sterk naar compensatie ruikt, had die man zich een tank van een wagen aangeschaft. U weet wel, zo eentje die zelfs in de Rocky Mountains der los over lijkt. Maar dan om in de Belgische vlakten mee rond te rijden. Los der los over dus.

Op zich best een grappig beeld, die verhoudingen die volledig fout zaten. Denk Bart De Wever op een shetland. Maar dan omgekeerd. Dus eerder, Herman Van Rompuy op een Brabantsch Trekpaard.

Allemaal grappig inderdaad, tot die minilul voor jou komt rijden in de versmalde rijstroken op de E40 naar Erpe-Mere. Juist op die dag dat je klok al onheilspellend TE LAAT lijkt te grijnzen. En juist op het moment dat door de boxen van je auto dé plaat schalt die in alle talen van de wereld EN GAAN betekent.

En dan moet jij remmen. Want meneer de held durft eigenlijk niet zo goed. U weet wel, brede camions op versmalde rijstroken. Langs de ene kant die borduur die onheilspellend langs je heen flitst, met af en toe een uithangende tak die in je voorruit kletst. Langs de andere kant die draken van camions, waarnaast je toch maar een beetje petieterig lijkt, zo in die versmalde rijstroken. Zelfs in een quasi gepantserd voertuig.

Natuurlijk weet ik dat wel. Ik was er ook. Maar rij dan toch àchter die vervloekte truck. Want aan 50 km/u kom je 'm heus niet voorbij. Zelfs niet in die adembenemende koets van jou.

Maar neehee. Geen haar op zijn – zo kon ik later in de verlossende inhaalbeweging opmerken – kalende hoofd die daaraan dacht. Dan kon hij evengoed voor een Twingo zijn gegaan.

En dus werd het een hele lange en pijnlijke rit, die dag in de versmalde rijstroken naar Erpe Mere.

En bedacht ik bij mezelf, toen ik belachelijk aggressief voorbijstak en met mijn blik de man trachtte dood te bliksemen die ocharme amper boven het raampje uitstak, Standaardpiemels. Was toch voor Standaardpiemels gegaan.

vrijdag 25 juni 2010

Sjabloon


Ik hou ook van jou”
Domweg.
Voorgekauwd en klaargestoomd. Eén toetsklik verwijderd van uw
geliefde, staat het daar vals te pronken. Tussen – indien mogelijk
– nog emotielozere sjablonen als “Zit in vergadering” en “Zie je bij"

Sorry beste NokiaNerds,
maar dat is een stap te ver.

Alsof je zo'n bericht zomaar even
tussen de soep en de petatten de wereld instuurt?!

Alsof je zo'n bericht zo vaak verstuurt,
dat je der maar best een sjabloontje kan van maken om toch niet steeds
al je kostbare tijd te moeten versassen aan het typen van die mededeling?!

Alsof 'ik hou ook van jou' het antwoord is dat je wilt gaan geven
– laat staan krijgen -
op het vrij voor de hand liggende bericht dat jouw antwoord uitlokte?!

Jaja,
consumptiemaatschappij, dit en dat,
en de mens is een lui wezen
en weet ik veel met welke kletskoek jullie mij nog om de oren zullen slaan.
Maar sta me toe jullie toch even op iets heelkleins te wijzen:
Belofte maakt schuld.

En is jullie slogan niet sinds eeuwig
het less-is-more, modern poëtische klinkende
Connecting People
geweest?

Wel dan.

Laat ik jullie nog net op ietsandersheelkleins wijzen:
Door GSM toestellen de wijde wereld in te sturen
waarin sjablonen vervat zitten zoals
"Ik hou ook van jou"
Breng je mensen heus niet dichter bij elkaar.

Integendeel.

Daarmee verbind je op zijn best
gesjabloneerde nokiakloontjes & inspiratieloze eikels.

Dus misschien wordt het wel eens tijd om een andere slogan te overwegen?

Connecting uninspired assholes,
bijvoorbeeld.

Dat is tenminste eerlijk,
sukkels.

zaterdag 12 juni 2010

Who needs Waldo anyway?!

I realised that life is kind of like a page in one of those Where's Waldo books. Same overwhelming mess of ill-suited elements. A big fat chaos with no sense of purpose or direction. But for those paying close attention, interwoven in the messy whole are sneaky dashes of funny details. A striped-shorts-wearing Santa snorkling. Just above the bottom of the sea, just about deep enough for the snorkle to be completely superfluous, for example. Or that one character, running about lost, and so out of tune, as if it had just landed there straight out of another comic.


The funny thing about these details is that they completely take you by surprise. There you are eyeballing your ass off to find our sneakily snuck-out Waldo friend. You are so completely focused on your mission that, obviously, he's the one thing your eye doesn't stumble on. Which is exactly when a funny little detail comes along and rams into you like a suicidal rhino. The shock of surprise is thus, that by the time you recover, magically, it seems like that detail is actually what you were looking for all along.

WHO NEEDS WALDO ANYWAY?!

You think to yourself smiling, and turn the page.


So there I was, staring my eyes out on a pair of issues that had decided to colonize my mind for the week. Over-eagerly trying to find Waldo in the big mess, which again I didn't, of course.

Instead, a funny little detail snuck into my vision.

There was this homeless man who had completely turned his back on life. Or the other way around, I don't who started. But still, he was sitting there radiating careless detachment from this world.

Shoes?!

Who needs them anyway? Same goes for job, friends, family, home, toothbrush, and next in line is probably clothes – although that would force him into migrating South, which may be slightly more problematic.

Anyways.

He wore this attitude as if nothing, absolutely nothing, mattered to him. Nothing except for one little tiny thing. His God-Knows-How-Manieth-But-Still-As-Holy-As-The-Very-First-He-Ever-Drank can of beer. None of that cheap Cara shit for him. No, today it was sunny, and he had just treated himself a Maes.

In style.

He had even got himself a little plastic cup he was pouring his magical potion into.

In style.

Had his hands not been so sore from countless icecold starry nights, for sure he had lifted his pinky while pouring it. Glass decently tilted in the required 45° angle. For a second they went hand in hand again, him and life.


WHO NEEDS WALDO ANYWAY?!

I thought smiling, and walked on carelessly and light as sunshine.

donderdag 27 mei 2010

Apocalyps

Beste Maya-minnende onheilsprofeten,


Moest dat nu echt?


Zomaar aan de grote klok gaan hangen dat de wereld op 21 December 2012 vergaat? Kon het niet gewoon een kneuterig 'happy-few-geheimpje' blijven waarover samenzweerderig gefluisterd wordt op jullie theekransen?

Want werkelijk, wat hoopten jullie te bereiken met al dat apocalyptische geleuter? Een massale piek van de bunkerbouw in de Afrikaanse woestijnen? Met het aanzwengelen van de economie tot gevolg? Of het stelselmatig beslag leggen op dierenkoppels om in onze Arken van Noach te parkeren? Gewoon om es te zien wat dat geeft, een lege savanne? Of misschien hoopten jullie stiekem de wereld in een fin-de-siècle anarchie te doen duiken, waar circusapen zoals jullie de plak kunnen zwaaien?

Weten jullie wat ik denk? Aandacht. Niet meer en niet minder dan een spastisch uitgevallen aandachtskramp is het, heel jullie oproep.


Ja, ik ben kwaad.


Maar ik zal jullie eens wat vertellen, stelletje zwartgebrilde feestpoepers. Jullie kutprofetie – wat er ook de reden van moge zijn – haalt amper iets uit. Want behalve een knettergekke Zimbabwaanse president lijkt het er sterk op dat niemand anders al ijverig zijn ark aan het samenstellen is. En op een zonderlinge freak uit Deurne na, heb ik ook geen weet van verdere bouwaanvragen voor zonnestormschuilbunkers.


Waaruit ik opgelucht opmaken kan

dat de overgrote meerderheid van de mensen zich achter mijn oordeel schaart:


Sodemieter op met die kletskoek.


En als de wereld binnen twee jaar vergaat, dan zien we dat dan wel. Mij krijg je alvast me geen stokken opgesloten in één of andere bunker gevuld met dolgedraaide Nostradami. Wees daar maar zeker van. Neehee. Dan bouw ik liever mijn eigen ark, en laad ik die vol vrienden, wijn, gitaren, bloemen en pindanootjes, en gaan we gezamelijk en glorieus aan de zonnestorm ten onder. Zo.


Sukkels.

zondag 16 mei 2010

Besluitvorming

Besluitvorming,

heette het.

Als een dikke vette waarheid zat het in m'n gezicht.


Lange blauwige trappen,

die leidden naar het licht.


Bestippeld met mensen,

die ze plichtsbewust beklommen,

trap voor trap

stap voor stap.


Stap voor stap,

zoals in

zoals het hoort


Stap voor stap

zoals in

zoals ik het niet deed.


Besluitvorming

heette het

Als een dikke vette waarheid zat het in mijn gezicht.

donderdag 6 mei 2010

Dionysus

Ik weet waar

in deze godverlaten wereld,

Dionysus zich heeft verstopt.


In een klein hoekje

in de ziel van een vriend van me.


Zo.

En daar zit-ie veilig.